Oostwaarts via Haast Pass (564m) en Queenstown

Zandvliegen en muggen waren gisteravond hinderlijk in het Pine Grove Motel, slechts een paar kilometer ten noorden van Bruce Bay. Na het ochtendritueel gingen we op weg naar de World Heritage HS6 tussen Haast Township en Wanaka. De afstand tussen de twee is ongeveer 150 km. De uitzichten waren adembenemend, verschillende watervallen en bergen, dit alles begroeid met niet-tropisch regenwoud met daarin veel boomvarens. Na dagen regen of regenachtig weer trakteerden we ons zelf in Hotel Cordrona op een mooie kamer, verschillende Cordrona ALE-bieren en een maaltijd vanwege Andreas' 50e verjaardag. Gelegen aan de spectaculaire Crown Range Road tussen Queenstown en Wanaka, is het hotel een van de oudste en meest iconische hotels van Nieuw-Zeeland. Het in 1863 opgerichte hotel is een van de oudste hotels van Nieuw-Zeeland en is een van de slechts twee overgebleven gebouwen uit de Goldrush-periode in de Cardrona Valley. Het gerucht gaat dat de historische gevel van het hotel de meest gefotografeerde gevel is in Nieuw-Zeeland. Op de parkeerplaats ontmoetten we een stel met een gehuurde BMW motor. We hadden nog niet besloten om te blijven, maar hij (Pete Petersen, Deens) kende het hotel en deed een sterke aanbeveling. Zijn vriendin Minke was naar de receptie gegaan om in te checken. We hadden geluk, er bleken nog enkele kamers beschikbaar te zijn het werd dus kamer 12A voor ons, ook wel kamer 13 genoemd. Na het opfrissen gingen we met z'n vieren een biertje drinken. We hadden een geanimeerd gesprek over motorreizen, reizen en familiegeschiedenis Verrassend genoeg, heeft Minke haar wortels in Diepenveen bij Deventer en is een nazaat van de Nederlandse encyclopedie-uitgever Winkler Prins; eerste editie 1870. Later wisselden we e-mailadressen uit en we nodigden hen uit om bij ons langs te komen als zij op familiebezoek in Nederland zijn voor een maaltijd later dit jaar of volgend jaar. Ze wonen nu in Californië, VS, waar Pete een eigen bedrijf heeft, waardoor hij meer weken kan reizen dan werknemers. Na een laat diner gingen Jacqueline en ik slapen. De volgende ogend een lekker ontbijt. We namen afscheid van Pete en Minke en gingen naar Queenstown waar we het Kiwi Birdlife Park bezochten. Dit park is in 1986 aangelegd op braakliggende terreinen. Om het park te creëren worden niet-inheemse pijnbomen verwijderd. Sinds de opening zijn er meer dan 10.000 inheemse bomen en planten geplant. Het park heeft meer dan 20 inheemse (bedreigde) vogelsoorten en reptielen in natuurtentoonstellingen. In speciaal ontworpen nachtelijke onderkomens is er zicht op (bruine) kiwivogels, de nationale vogel van Nieuw-Zeeland. Het park is betrokken bij verschillende nationale programma's om te voorkomen dat verschillende inheemse vogels uitsterven. Het bezoek aan het park eigende met een lezing over de vogels in het park en een vogelshow. Queenstown ligt aan een groot meer en heeft een gezellig uitgaansgebied op de oever en daaromheen winkelcentra. In de vroege avond eindigde onze reis in Gore, de op één na grootste stad na Invercargill in de regio Southland bij de Agricultural & Pastoral Showgrounds. Deze terreinen worden het hele jaar gebruikt voor een breed scala aan evenementen - rugby, taptoe, softbal, paardrijden, veemarkten, ambachts- en hobbygroepen, de Southern Equestrian Arena, dressuurtoernooien, springconcoursen en trainingen en een jaarlijkse show die ieder jaar in februari wordt gehouden.